
April 2020: schrijven, lezen en de rest
Een verzameling notitieboekjes aan de ene kant, een stapel jeugdboeken en een novelle aan de andere kant. April was een goede leesmaand én een goede schrijfmaand.
SCHRIJVEN…
OVERSTEKERS III
Deze maand ben ik eens flink in mijn collectie aantekeningen en ideeën gedoken. Het was namelijk ‘plan achteraf’-tijd voor Overstekers III.
‘Plan achteraf’, wat is dat nu weer?
Ik ben een ontdekkingsschrijver. Dat wil zeggen: ik kan niet op voorhand mijn hele boek uitdenken en in een gestructureerd plan stoppen. Hoe fijn dat idee me soms ook lijkt, de waarheid is dat ik het doodsaai vind om te schrijven als ik al precies weet wat er gaat komen. Als schrijver ben ik gewoon een ander soort lezer: ik wil verrast worden door het verhaal.
Waarom zo’n plan me fijn lijkt? Omdat je dan de structuur van je verhaal beter kunt vasthouden, de spanningsboog in de gaten kunt houden en niet ineens gaat meanderen naar plekken die voor het verhaal van geen belang zijn.
Wat ik dus doe is tussentijds de stand van zaken opnemen. Waar hebben mijn personages me al naartoe gebracht? Waar in al die schrijfsels zit de hoofdlijn van mijn verhaal? Door de rode draad te zoeken in mijn vorderingen tot op dat moment, krijgt mijn creatieve brein richting voor het vervolg. Als ik bij het midden van het manuscript ben beland, dan heb ik meestal zo’n moment nodig, en in april bereikte ik dat midden, woehoe!
Wat betekende dat het tijd was om eens in mijn notitieboekjes te duiken, waarin ik de spontane ideeën opschrijf die niet horen bij de scène die ik op dat moment aan het schrijven ben.
Notitieboekjes
Laat ik dit moment even benutten om het over notitieboekjes te hebben. Ik ben een grote fan, maar ik heb er wel een bizarre verhouding mee.
It’s complicated
Ten eerste: ik ben verliefd op van die mooi ingebonden boekjes met prachtig versierde kaften, maar weerhoud mezelf ervan om ze te kopen… want die durf ik niet te gebruiken. Ik wil ze niet bezoedelen met mijn rommelige gekriebel.
Ja, ik weet dat notitieboekjes daarvoor bedoeld zijn. En ja, ik probeer dus verwoed van die drempelvrees afkomen! Ik ben al gevorderd van ‘effen supergoedkoop boekje zonder enige opsmuk’ naar ‘gemiddeld mooie exemplaar’. Ik hoop me langzaam maar zeker een weg naar een van die prachtige Paperblanks toe te werken…
Tweede issue in mijn ‘it’s complicated’-verhouding met notitieboekjes: ik vond het aanvankelijk op het gênante af om mijn ideeën op te schrijven.
Ja, dat is als schrijver nogal lastig.
Het concept ‘dit verhaalidee is zo goed, dat vergeet ik nooit meer’ is namelijk een reusachtige illusie. Als je het niet opschrijft, kun je het later die dag alweer kwijt zijn. Maar een korte aantekening leek nooit recht te doen aan het idee of personage in mijn hoofd.
Heb je wel eens geprobeerd om je favoriete boek kort aan iemand samen te vatten? Dat gevoel.
Overal… echt overal
Gelukkig besefte ik op een gegeven moment dat ik zo’n aantekeningen moest gaan zien als geheugensteuntjes en niet als getrouwe representaties. (Zoals je zelf met ‘yoghurt!’ op je boodschappenlijstje precies weet welke dat moet zijn en hoeveel, of misschien zelfs dat je ontbijtrepen met yoghurt bedoelt, of een plantaardig alternatief… Een ander zou er niets uit op kunnen maken, maar dat hoeft ook niet.)
De notitieboekjes vermenigvuldigden zich sindsdien lustig tot er in elke kamer van het huis wel ergens één rondslingert en ik er uiteraard overal één mee naartoe sleep in mijn tas. Ik heb alleen nog een waterdicht exemplaar nodig voor onder de douche.
Bladertijd
Dus ja, notitieboekjesdoorbladertijd! Voor wie het wil weten: geen vergeten briljante ideeën, wél aantekeningen die me op een goed idee brachten voor een ander idee, namelijk…
EEN KORTVERHAAL: JA, WEER. ECHT WAAR.
Een poosje geleden deed mijn uitgever een oproepje voor een nieuwe verhalenbundel voor het goede doel. Deze keer gaan we met de Hamley-auteurs schrijven ten voordele van zwerfdieren en met dieren als thema.
Ik ben een grote dierenliefhebber, dus uiteraard wilde ik weer meedoen, ook al wist ik dat het weer een hels karwei zou zijn om een idee te bedenken dat niet stiekem een boek wilde worden.
Het verhaal mocht ook nog eens maar 1500 woorden zijn. Terwijl 2500 al zo’n uitdaging was! Wat een schrijver lijden kan.
Maar ik liet me niet afschrikken. Misschien hebben fantasyschrijvers gewoon een heldcomplex. Of misschien krijg ik de smaak langzamerhand te pakken? Ik geef toe dat het iets bevredigends heeft om een verhaal op relatief korte tijd af te ronden.
Lang verhaal kort (pun intended 😉 ) de eerste versie van De ruil is inmiddels af. Een van de hoofdrollen is voor een beeldschone Helena, maar of die twee benen of vier poten heeft… dat verklap ik nog niet!
… LEZEN…
In april las ik 10 boeken en één novelle.
Dankzij een stapel die mijn vriendin Annemie bij me had achtergelaten zaten daar heel wat jeugdboeken bij. De ongewone omstandigheden hebben duidelijk invloed op mijn concentratievermogen en ik merkte dat ik het fijn vond om me onder te dompelen in net iets minder gecompliceerde verhalen – al betekent dat zeker niet dat ze zonder lagen waren.
LEES-HOOGTEPUNT: WOODWALKERS
Op het eerste gezicht lijkt hij een gewone jongen, maar Carag kan als transformeerder of woodwalker van gedaante verwisselen. Hij is als poema opgegroeid in de bergen en probeert nu te aarden in de mensenwereld. Dat valt flink tegen, tot hij terechtkomt op Clearwater High, een internaat voor woodwalkers zoals hij. Op deze school leert hij Holly en Brandon kennen. Holly is een eekhoorntje en Brandon een bizon. De drie transformeerders worden al snel vrienden, en vrienden kan Carag in de gevaarlijke mensenwereld wel gebruiken.
Ik ben gek op verhalen over gedaantewisselaars. Om de een of andere reden kan ik me makkelijk inleven in het gevoel uit meer dan één persona te bestaan – met de weet dat nu eens het ene en dan weer het andere gedeelte de overhand moet kunnen nemen.*
Deze jeugdboeken waren een heel aangename verrassing. De eerste paar hoofdstukken van deel 1 zat ik ietwat gefronst te lezen, omdat alles wel erg snel verteld werd… maar toen bleek dat alleen de intro vóór het echte verhaal begon. Wat mij betreft hoort dat begin eerder onder de noemer ‘proloog’ thuis, dan had ik geweten waar ik aan toe was – maar goed, ik was achteraf heel blij dat ik had doorgezet!
Hoofdpersonage Carag is zijn leven als dier begonnen en leerde later pas een mensenvorm aannemen – een andere benadering dan gewoonlijk die ook mooi wordt uitgewerkt. Na het eerste boek ben ik door deel 2 gevlogen en nu kan ik niet wachten op deel 3. De school met zijn diverse personages (en bijhorende diervormen) is zo’n leuke plek om te vertoeven!
*Volgens mij wortelt dat gevoel op dezelfde plek als mijn schrijven, dat me immers de kans geeft om die verschillende gedeeltes aan het woord te laten.
LEES-HOOGTEPUNT VAN EIGEN BODEM: HELL CITY
Voor mij kunnen boeken normaal niet dik genoeg zijn, dus novelles laat ik meestal links liggen. Maar toen ik de cover van deze zag, wist ik meteen dat ik hem wilde hebben, zeker in combinatie met de intrigerende achterflap. En dan kon ik ook nog eens een gesigneerd exemplaar bij de schrijfster scoren!
Ze ontwaakt in een brandende stad.
Op de eerste dag ontdekken de monsters haar.
Op de tweede dag leert ze zich te verdedigen.
Op de derde dag redt een hond haar leven.
En dat verandert alles.
Hell City. De laatste halte.
Joanne Carlton heeft een schrijfstijl die ver wegblijft bij alles wat overbodig is. De beschrijvingen in dit boek zijn sterk en vervreemdend. Het hoofdpersonage is de weg kwijt, maar haar innerlijke stem is krachtig. Je leeft mee in haar verwarring. De setting is apocalyptisch, maar dit is niet zomaar een rampenfilm op papier – het is een diep emotioneel verhaal.
Om de een of andere reden had ik na een paar pagina’s het gevoel dat ik een graphic novel aan het lezen was: beelden (in dit geval in woorden uitgedrukt) en verhaal complementeren en verdiepen elkaar. En ondanks mijn voorliefde voor dikke boeken ben ik een grote fan van goede graphic novels!
Grappig genoeg had ik dat gevoel dus al vóór ik de eerste illustratie tegenkwam, want de monsters in Hell City komen in dit boek ook voorbij, in zwartwittekeningen die doen denken aan oude bestiaries, ook al iets dat ik fascinerend vind.
Ik kan verder weinig over de inhoud verklappen, zonder te spoileren, maar het bleek een intens en indrukwekkend verhaal in zo weinig pagina’s.
… EN DE REST
Ik had nog nooit zo’n roze rabarber gezien als degene waar ik dit taartje van maakte, in het echt was hij nog veel feller dan op de foto.. Hij smaakte ook helemaal anders… het leek wel alsof ik heel ander fruit zat te eten.
Enige research leverde op dat dit kennelijk ‘geforceerde rabarber’ is, die bij hogere temperaturen in het donker wordt gekweekt. Ik had er nog nooit van gehoord, maar hij wordt daardoor dus knalroze en kennelijk ook zoeter.
–
Vraag: als je moest kiezen, las je dan voortaan alleen nog maar hele dunne boeken of hele dikke?


2 Comments
Marleen Van Hecke
Zo leuk om je te lezen! #ikmoetdusdringend…….!
En evenleuk om te zien hoe je geïntrigeerd bent door die leuke mooie notitieboekjes! Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook vaak met zo’n boekje in mijn handen sta! Mijn notiites zijn van een andere inhoud dan jouw notities, maar of het nu is om iets niet te vergeten, of gewoon om een plaatsje te hebben om dingen van je af te schrijven al dan niet om ze te delen…..ze blijven aantrekkelijk! (ook al ben ik ondertussen nogal digitaal werkzaam op welk vlak dan ook).
Zowieso zijn wij wachtende op Overstekers 3 (Freddy is hier jouw trouwste lezer…..sorry….mijn naaimachine roept mij zo vaak dat ik niet kan lezen…). Ondertussen blijf ik jou heel graag volgen!
Petra Doom
Helemaal mee eens… Ik heb ook een digitale notitie-app op mijn telefoon en schrijf mijn boeken altijd op de laptop – het is zelfs zo dat ik een beetje blokkeer als ik hele hoofdstukken op papier probeer te schrijven. Maar net voor die losse gedachten en kleine krabbeltjes die alleen voor mij zijn, vind ik de notitieboekjes zo fijn – daarin schrijven is een andere mindset, denk ik.
Ik ben nu wel een echte boekenwurm, maar ik zou niet willen dat lezen in de weg zou moeten komen van al die mooie creaties die jij met je naaimachine tevoorschijn tovert. 😉 Ik word er altijd vrolijk van als ik ze zie passeren!